horen bij

werkw.
Uitspraak:  [ˈhorə(n) bɛi]
Afbreekpatroon:  ho·ren bij
Vervoegingen:  hoorde bij (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gehoord bij (volt.deelw.)

1) passen bij (iets of iemand)
Voorbeeld:  `Welke adressen horen bij die namen?`

2)
bij elkaar horen  ((van personen of dingen) een stel vormen of samen zijn) `U bent aan de beurt, want wij horen bij elkaar.`


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van horen bij?
De verleden tijd van horen bij is 'hoorde bij'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehoord bij'.
Wat betekent horen bij?
'passen bij (iets of iemand)' en ''
Hoe spel je horen bij?
horen bij spel je H O R E N Spatie B I J

Op andere websites
Zoek horen bij op Woordenlijst.org
Zoek horen bij op Google
Zoek horen bij op Wikipedia